Klokkijken zal op zichzelf geen probleem zijn, maar weet je ook hoe je de tijd zegt in het Frans? Geen tijd te verliezen en lees in dit artikel hoe je de tijd aangeeft. In dit artikel wordt de kennis over Franse telwoorden als bekend verondersteld.
Hoe laat is het?
Hieronder een aantal manieren op de tijd te vragen:
- Quelle heure est-il?
Hoe laat is het?
De tijd wordt in enkelvoud aangegeven: il est, de uren zelf worden wel in enkel- (1 uur) of meervoud (meer uren) weegeven:
Nu met kwartieren en halve uren:
- Il est cinq heures et quart.
Het is kwart over vijf. - Il est deux heures moins le quart.
Het is kwart voor twee. - On se voit quand nous deux?
Wanneer zien we elkaar? - On se voit dimanche à trois heures et demie.
We zien elkaar zondag om half vier.
Nog gedetailleerder:
- Six heures moins vingt.
Tien over half zes. / Twintig voor zes. - Je prends le train de neuf heures et douze pour Marseille.
Ik neem de trein van twaalf over negen naar Marseille.
En nog deze: