Infinitiefapporter
Tegenwoordig deelwoordapportant
Voltooid deelwoordapporté

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

j'apporte
tuapportes
il, elle, onapporte
nousapportons
vousapportez
ils, ellesapportent

Onvoltooid verleden tijd

j'apportais
tuapportais
il, elle, onapportait
nousapportions
vousapportiez
ils, ellesapportaient

Verleden tijd

j'apportai
tuapportas
il, elle, onapporta
nousapportâmes
vousapportâtes
ils, ellesapportèrent

Toekomende tijd

j'apporterai
tuapporteras
il, elle, onapportera
nousapporterons
vousapporterez
ils, ellesapporteront

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que j'apporte
que tuapportes
qu'il, qu'elle, qu'onapporte
que nousapportions
que vousapportiez
qu'ils, qu'ellesapportent

Onvoltooid verleden tijd

que j'apportasse
que tuapportasses
qu'il, qu'elle, qu'onapportât
que nousapportassions
que vousapportassiez
qu'ils, qu'ellesapportassent

Voorwaardelijke wijs

j'apporterais
tuapporterais
il, elle, onapporterait
nousapporterions
vousapporteriez
ils, ellesapporteraient

Gebiedende wijs

(tu)apporte
(nous)apportons
(vous)apportez

Vertalingen

Catalaans
aportar
Engels
to bring
Spaans
aportar; traer
Portugees
trazer