Infinitiefcompresser
Tegenwoordig deelwoordcompressant
Voltooid deelwoordcompressé

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

jecompresse
tucompresses
il, elle, oncompresse
nouscompressons
vouscompressez
ils, ellescompressent

Onvoltooid verleden tijd

jecompressais
tucompressais
il, elle, oncompressait
nouscompressions
vouscompressiez
ils, ellescompressaient

Verleden tijd

jecompressai
tucompressas
il, elle, oncompressa
nouscompressâmes
vouscompressâtes
ils, ellescompressèrent

Toekomende tijd

jecompresserai
tucompresseras
il, elle, oncompressera
nouscompresserons
vouscompresserez
ils, ellescompresseront

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que jecompresse
que tucompresses
qu'il, qu'elle, qu'oncompresse
que nouscompressions
que vouscompressiez
qu'ils, qu'ellescompressent

Onvoltooid verleden tijd

que jecompressasse
que tucompressasses
qu'il, qu'elle, qu'oncompressât
que nouscompressassions
que vouscompressassiez
qu'ils, qu'ellescompressassent

Voorwaardelijke wijs

jecompresserais
tucompresserais
il, elle, oncompresserait
nouscompresserions
vouscompresseriez
ils, ellescompresseraient

Gebiedende wijs

(tu)compresse
(nous)compressons
(vous)compressez

Vertalingen

Catalaans
comprimir
Engels
to compress
Spaans
comprimir
Italiaans
comprimere
Nederlands
comprimeren; samenpersen
Portugees
comprimir