Infinitiefinspecter
Tegenwoordig deelwoordinspectant
Voltooid deelwoordinspecté

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

j'inspecte
tuinspectes
il, elle, oninspecte
nousinspectons
vousinspectez
ils, ellesinspectent

Onvoltooid verleden tijd

j'inspectais
tuinspectais
il, elle, oninspectait
nousinspections
vousinspectiez
ils, ellesinspectaient

Verleden tijd

j'inspectai
tuinspectas
il, elle, oninspecta
nousinspectâmes
vousinspectâtes
ils, ellesinspectèrent

Toekomende tijd

j'inspecterai
tuinspecteras
il, elle, oninspectera
nousinspecterons
vousinspecterez
ils, ellesinspecteront

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que j'inspecte
que tuinspectes
qu'il, qu'elle, qu'oninspecte
que nousinspections
que vousinspectiez
qu'ils, qu'ellesinspectent

Onvoltooid verleden tijd

que j'inspectasse
que tuinspectasses
qu'il, qu'elle, qu'oninspectât
que nousinspectassions
que vousinspectassiez
qu'ils, qu'ellesinspectassent

Voorwaardelijke wijs

j'inspecterais
tuinspecterais
il, elle, oninspecterait
nousinspecterions
vousinspecteriez
ils, ellesinspecteraient

Gebiedende wijs

(tu)inspecte
(nous)inspectons
(vous)inspectez

Vertalingen

Catalaans
inspeccionar
Duits
beaufsichtigen; inspizieren; kontrollieren
Engels
to examine; to inspect
Spaans
inspeccionar
Nederlands
controleren; inspecteren
Portugees
inspecionar