Infinitiefblinder
Tegenwoordig deelwoordblindant
Voltooid deelwoordblindé

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

jeblinde
tublindes
il, elle, onblinde
nousblindons
vousblindez
ils, ellesblindent

Onvoltooid verleden tijd

jeblindais
tublindais
il, elle, onblindait
nousblindions
vousblindiez
ils, ellesblindaient

Verleden tijd

jeblindai
tublindas
il, elle, onblinda
nousblindâmes
vousblindâtes
ils, ellesblindèrent

Toekomende tijd

jeblinderai
tublinderas
il, elle, onblindera
nousblinderons
vousblinderez
ils, ellesblinderont

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que jeblinde
que tublindes
qu'il, qu'elle, qu'onblinde
que nousblindions
que vousblindiez
qu'ils, qu'ellesblindent

Onvoltooid verleden tijd

que jeblindasse
que tublindasses
qu'il, qu'elle, qu'onblindât
que nousblindassions
que vousblindassiez
qu'ils, qu'ellesblindassent

Voorwaardelijke wijs

jeblinderais
tublinderais
il, elle, onblinderait
nousblinderions
vousblinderiez
ils, ellesblinderaient

Gebiedende wijs

(tu)blinde
(nous)blindons
(vous)blindez

Vertalingen

Catalaans
blindar
Engels
to armor; to reinforce
Spaans
blindar
Italiaans
blindare
Portugees
blindar