Infinitiefcontracter
Tegenwoordig deelwoordcontractant
Voltooid deelwoordcontracté

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

jecontracte
tucontractes
il, elle, oncontracte
nouscontractons
vouscontractez
ils, ellescontractent

Onvoltooid verleden tijd

jecontractais
tucontractais
il, elle, oncontractait
nouscontractions
vouscontractiez
ils, ellescontractaient

Verleden tijd

jecontractai
tucontractas
il, elle, oncontracta
nouscontractâmes
vouscontractâtes
ils, ellescontractèrent

Toekomende tijd

jecontracterai
tucontracteras
il, elle, oncontractera
nouscontracterons
vouscontracterez
ils, ellescontracteront

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que jecontracte
que tucontractes
qu'il, qu'elle, qu'oncontracte
que nouscontractions
que vouscontractiez
qu'ils, qu'ellescontractent

Onvoltooid verleden tijd

que jecontractasse
que tucontractasses
qu'il, qu'elle, qu'oncontractât
que nouscontractassions
que vouscontractassiez
qu'ils, qu'ellescontractassent

Voorwaardelijke wijs

jecontracterais
tucontracterais
il, elle, oncontracterait
nouscontracterions
vouscontracteriez
ils, ellescontracteraient

Gebiedende wijs

(tu)contracte
(nous)contractons
(vous)contractez

Vertalingen

Catalaans
contreure
Duits
kontrahieren; zusammenziehen
Engels
to contract; to tense
Spaans
contraer; contratar
Italiaans
contrarre
Nederlands
contracteren; samentrekken
Portugees
contrair; contratar