Infinitieflancer
Tegenwoordig deelwoordlançant
Voltooid deelwoordlancé

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

jelance
tulances
il, elle, onlance
nouslançons
vouslancez
ils, elleslancent

Onvoltooid verleden tijd

jelançais
tulançais
il, elle, onlançait
nouslancions
vouslanciez
ils, elleslançaient

Verleden tijd

jelançai
tulanças
il, elle, onlança
nouslançâmes
vouslançâtes
ils, elleslancèrent

Toekomende tijd

jelancerai
tulanceras
il, elle, onlancera
nouslancerons
vouslancerez
ils, elleslanceront

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

que jelance
que tulances
qu'il, qu'elle, qu'onlance
que nouslancions
que vouslanciez
qu'ils, qu'elleslancent

Onvoltooid verleden tijd

que jelançasse
que tulançasses
qu'il, qu'elle, qu'onlançât
que nouslançassions
que vouslançassiez
qu'ils, qu'elleslançassent

Voorwaardelijke wijs

jelancerais
tulancerais
il, elle, onlancerait
nouslancerions
vouslanceriez
ils, elleslanceraient

Gebiedende wijs

(tu)lance
(nous)lançons
(vous)lancez

Vertalingen

Catalaans
llançar
Duits
lancieren; starten; werfen
Engels
to launch; to throw
Spaans
echar; lanzar
Italiaans
lanciare
Nederlands
gooien; lanceren; starten; werpen
Portugees
lançar